18 nov 2025
- 0 Reacties
ChatGPT neemt leerlingen hun huiswerk letterlijk uit handen — en leraren zijn het eerst die het voelen. Op 12 juni 2025 publiceerde De Correspondent een krachtig artikel van journalist Johannes Visser, waarin hij de stilte breekt over een crisis die zich al maanden afspeelt in klaslokalen: studenten gebruiken AI om opdrachten te doen, terwijl leraren geen idee hebben hoe ze dit moeten tegen gaan. Het is geen toeval. Het is een systeemfout. En het komt precies op het moment dat de Cito Eindtoets Basisonderwijs in juni 2025 de eindstreep bereikt, waarbij duizenden kinderen in het Nederlandse basisonderwijs worden beoordeeld op vaardigheden die ze misschien nooit echt hebben ontwikkeld.
Het probleem is niet de technologie, maar de onvoorbereidheid
Het is niet dat ChatGPT slecht is. Het is dat scholen er geen plan voor hebben. De Correspondent citeert een zin die als een bom valt: "ChatGPT kan leerlingen vrijwel al hun schoolwerk uit handen nemen". En dat is niet overdreven. In de laatste maanden van het schooljaar 2024-2025 zijn leraren op de hoogte van studenten die AI gebruiken voor essentiële opdrachten — van verhaal schrijven tot wiskundige problemen oplossen. De meeste kinderen weten niet eens dat ze het verkeerd doen. Ze denken dat het gewoon "hulp" is. En de docent? Die krijgt een stapel opdrachten die er allemaal net zo uit zien als de vorige keer — maar nu gemaakt door een algoritme.
Terwijl de overheid en scholieren zich richten op de Cito-toets, blijft de administratie achter. Op TeacherTapp, een platform dat duizenden Nederlandse leraren volgt, wordt hetzelfde probleem benoemd — maar dan vanuit een andere hoek: "Hoeveel tijd mag het kosten? Administratieve lasten voor leraren in het primair onderwijs." Het is geen toeval dat deze twee bronnen, De Correspondent en TeacherTapp, op hetzelfde moment hetzelfde thema aansnijden. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille: leerlingen gebruiken AI, en leraren moeten er nu alles van opschrijven, controleren, en rapporteren — terwijl ze zelf geen training hebben gekregen.
De klaslokalen zijn een laboratorium zonder wetenschappers
De Nederlandse onderwijsinspectie heeft in 2024 een korte richtlijn uitgegeven over AI in het onderwijs. Die stond op één A4-tje. Geen concrete stappen. Geen tools. Geen trainingen. En toch werd er in de meeste scholen een nieuw beleid opgesteld: "Geen AI tijdens toetsen." Maar hoe controleer je dat? Een leerling kan ChatGPT gebruiken thuis, op zijn telefoon, in de bus, of tijdens de pauze. En wie ziet het? De leraar? Die heeft al 27 andere taken op zijn bord.
En dan komt de administratie. Een leraar in het primair onderwijs moet nu niet alleen de toetsen nakijken, maar ook vaststellen of een opdracht AI-gemaakt is. Dat kost tijd. Veel tijd. En die tijd is er niet. Volgens een intern onderzoek van TeacherTapp uit mei 2025, verhoogde het gemiddelde aantal uren dat een leraar besteedt aan het detecteren van AI-gebruik met 47% in de laatste drie maanden van het schooljaar. Dat is bijna drie extra uren per week. Per klas. Per leerling. En dat terwijl de overheid nog steeds zegt: "We werken aan een oplossing."
Wat gebeurt er met de leerling?
De meest ongemakkelijke vraag is niet hoe we ChatGPT tegen gaan — maar wat we ermee doen. Als een kind een verhaal schrijft met AI, en dat wordt goedgekeurd als een A, wat leert hij dan? Dat het niet belangrijk is hoe je iets doet, maar wat het resultaat is. Dat het niet gaat om denken, maar om uitkomsten. Dat is geen toekomst. Dat is een terugval.
En het is niet alleen het basisonderwijs. In het voortgezet onderwijs zien we leerlingen die hun eindexamenwerkstuk laten schrijven door een AI. De docenten weten het, maar ze kunnen het niet bewijzen. Er is geen software die 100% zeker is. En zelfs als er wel was — wie heeft de tijd om het te gebruiken? De scholen zijn overbelast. De leraren zijn uitgeput. En de kinderen? Ze zijn gewoon aan het meegaan.
Wie is verantwoordelijk?
OpenAI LLC, het Amerikaanse bedrijf achter ChatGPT, heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor hoe zijn technologie in Nederlandse scholen wordt gebruikt. Geen samenwerking met het onderwijsministerie. Geen educatieve licenties. Geen trainingen. Geen toegang tot schoolsystemen. En toch is het hun product dat de basis van het onderwijs ondermijnt.
De overheid? Die wacht. De gemeenten? Die hebben geen budget voor digitale ondersteuning. De lerarenvereniging? Die roept, maar wordt niet gehoord. En de ouders? De meeste ouders vinden het gewoon handig dat hun kind sneller klaar is met de huiswerkopdrachten.
Wat komt er aan?
De volgende stap is onvermijdelijk: scholen zullen moeten kiezen. Ofwel accepteren ze AI als een normaal hulpmiddel — en herdefiniëren ze wat leerdoelen zijn. Ofwel zetten ze een digitale muur op — en riskeren ze dat leerlingen het buiten de school gebruiken, en dus nooit leren om het verantwoord te hanteren.
De eerste optie is moeilijk. Het vraagt om een volledige herstructurering van het onderwijs. De tweede is onmogelijk. Je kunt geen digitale generatie terugdraaien.
De komende maanden zullen beslissend zijn. De minister van Onderwijs heeft beloofd een commissie op te richten. Maar dat duurt maanden. En de toetsen van 2026 zijn al op komst.
De echte crisis is niet AI — het is onze passiviteit
De technologie is er. De kinderen gebruiken het. De leraren zijn overstuur. En toch gebeurt er niets. Geen trainingen. Geen richtlijnen. Geen geld. Geen samenwerking. Alles wat we hebben, is een artikel van Johannes Visser en een website van TeacherTapp die een vraag stelt: hoeveel tijd mag het kosten?
De vraag is niet hoe we ChatGPT stoppen. De vraag is: hoeveel tijd hebben we nog voordat het onderwijs in Nederland geen echte leerling meer kent — maar alleen een verzameling AI-generatie?
Frequently Asked Questions
Hoe kunnen leraren detecteren of een opdracht met AI is gemaakt?
Er is geen betrouwbare software die 100% zeker is, maar leraren leren steeds meer op basis van stijlverschillen: AI-text is vaak te vloeiend, te formeel, of bevat onnatuurlijke herhalingen. TeacherTapp geeft scholen een gratis checklijst met 12 signalen, zoals het ontbreken van persoonlijke ervaringen of te perfecte grammatica. Maar het kost tijd — en die is schaars.
Wat is de rol van het onderwijsministerie in deze crisis?
Het ministerie heeft in 2024 een korte richtlijn uitgegeven, maar geen concreet beleid, budget of trainingen. Er is geen samenwerking met OpenAI, geen digitale tooling voor scholen, en geen nationale strategie voor AI in het onderwijs. De commissie die beloofd werd, is nog niet opgericht — terwijl de Cito-toetsen al zijn afgenomen.
Waarom is het primair onderwijs zo kwetsbaar voor AI?
In het basisonderwijs worden vaak open opdrachten gegeven — verhalen schrijven, presentaties, creatieve projecten — waarbij het moeilijk is om AI-gebruik te detecteren. Kinderen van 8 tot 12 jaar begrijpen niet dat het onethisch is. En leraren hebben geen tijd om elke opdracht te analyseren, terwijl de administratieve lasten al hoog zijn.
Wat is de impact op de Cito-toets 2025?
De Cito-toets is bedoeld om het niveau van leerlingen te meten op basis van hun eigen vaardigheden. Als veel kinderen hun huiswerk met AI hebben gemaakt, kan de toets niet langer als betrouwbaar worden beschouwd. De Cito-stichting erkent dit niet openlijk, maar intern zijn er zorgen over de validiteit van de resultaten — vooral in regio’s met hoger AI-gebruik.
Kunnen ouders iets doen om dit te voorkomen?
Ja. Veel ouders helpen hun kinderen met huiswerk — maar nu moeten ze ook leren hoe AI werkt. Een paar eenvoudige vragen kunnen al veel uitmaken: "Hoe heb je dit bedacht?" of "Wat vond je het moeilijkste aan deze opdracht?" Als een kind niet kan uitleggen waarom hij iets schreef, is het waarschijnlijk AI. Ouders zijn de eerste lijn van verdediging — als ze zich bewust zijn.
Wat gebeurt er als er geen actie komt?
Als we niets doen, verliest het Nederlandse onderwijs zijn kern: het ontwikkelen van kritisch denken. Kinderen leren niet meer hoe ze denken, maar hoe ze vragen stellen aan een machine. Op de lange termijn betekent dat een generatie die goed is in het kopiëren, maar slecht in het creëren — en dat is geen toekomst waar we op moeten bouwen.